Labogids klinische biologie

D-dimeren


Code LIS
DD
Eenheid
µg/ml
Belangrijke informatie
    ​
Klinische achtergrond
Na omzetting van fibrinogeen tot fibrine o.i.v. geactiveerd thrombine, worden de fibrinemonomeren gestabiliseerd door FXIII, waarbij zgn. “crosslinks” ontstaan. Nadien ontstaat fibrinolyse o.i.v. geactiveerd plasmine, met vorming van zgn. “crosslinked” fibrine degradatieproducten (XDP), waarvan D-dimeren de eenvoudigste zijn. In de D-dimeer test worden deze XDP’s opgespoord d.m.v. specifieke monoklonale antistoffen. Een negatieve kwantitatieve D-dimeer test wordt beschouwd als een betrouwbare parameter om de diagnose van longembool of diepe veneuze trombose uit te sluiten
Principe van de test
  
Afname
Citraat
Alternatieve monstertypes
Geen
Stabiliteit monster
DD : 24 uur op kamertemperatuur (validatiedossier CS 2500)
Interferentie
Referentiewaarden
1-6m: <3.497-11m: <10.91-5j: <0.656-10j: <0.5211-18j: <0.75>19j: Boven de leeftijd van 50 jaar kan de leeftijdsgebonden cut-off van de patiënt voor D-dimeren in het kader van de diagnostiek van longembolen en DVT berekend worden volgens de formule: cut-off = 0.10 µg/mL * leeftijd  
Doorbelwaarden
Bron referentiewaarden
​pediatrische referentiewaarden:  Appel IM, Grimminck B, Geerts J, Stigter R, Cnossen MH, Beishuizen A. Age dependency of coagulation parameters during childhood and puberty, Journal of Thrombobis and Heamostasis 2012, 10: 2254- 2263volwassen referentiewaarden:
Uitvoerfrequentie
Urgentie
Ja
TAT (turn around time)
1 h - 2 h
Toestel
CS 2500
Analytisch meetbereik
0 - 4.40 µg/ml
Afdeling
Hematologie (HEM)
Uitvoerend labo
DoorstuurInfo
Terugbetaling
554455